Een artikel dat hoogleraar migratie- en integratiestudies Han Entzinger onlangs in NRC Handelsblad plaatste, heeft (uiteraard) weer de nodige stof voor discussie opgeleverd.
Entzinger vraagt zich hardop af waar toch die kansarme migranten zijn die sommige politici ons keer op keer voorspiegelen. Kijkend naar de meest recente ontwikkelingen, dan kennen de “klassieke”, vaak als problematisch beschouwde migrantengroepen een vertrekoverschot, terwijl ze nauwelijks nog huwelijkspartners uit de herkomstlanden halen. Bovendien lijkt het beleid om hooggeschoolde kennismigranten en gespecialiseerde vaklieden aan te trekken redelijk succesvol te zijn.
De hoogleraar geeft aan dat, volgens de cijfers die nu bekend zijn, er in de tweede helft van het afgelopen decennium meer Turken, Marokkanen en Surinamers ons land hebben verlaten dan er zijn bijgekomen, terwijl van de westerse en niet-westerse allochtonen die naar Nederland zijn gekomen, de overgrote meerderheid bestaat uit broodnodige vaklieden, veelal uit Oost-Europa, en kennismigranten, vaak afkomstig uit India, de Verenigde Staten en China.
Met het oog op deze recente ontwikkelingen en de verwachting dat de huidige tendens zich in de voor ons liggende jaren zal blijven voortzetten, stelt Entzinger daarom herhaaldelijk de vraag: wat is het probleem?
Toch moeten we wel een kanttekening plaatsen bij de uitspraken van Entzinger. Want hoewel de cijfers statistisch gezien correct zijn, is er wel een verschil te onderkennen in de opleidingsniveaus van de Turken, Marokkanen en Surinamers die ons land verlaten en binnenkomen.
De heftige maatschappelijke debatten van de laatste jaren over immigratie en integratie, leiden er immers toe dat er – naast ouderen die de laatste jaren van hun leven in hun geboorteland willen doorbrengen – relatief veel hoog opgeleide mensen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond zijn, die ons land verlaten. Zij “ontvluchten” het in hun beleving voor hen vijandige klimaat dat in Nederland is ontstaan.
Anders gezegd: met name Turkse en Marokkaanse vertrekkers hebben dus gemiddeld een hoger opleidingsniveau dan de nieuwe immigranten die vanuit Turkije en Marokko naar Nederland komen.
Want juist voor hoog opgeleiden uit Turkije en Marokko, is Nederland vaak al lang geen aantrekkelijk land meer. Zij kiezen, naast de Verenigde Staten, steeds vaker voor onder meer het Midden-Oosten en andere Aziatische landen.
Niet onlogisch, want wie naar de top vijftig van snelst groeiende economieën ter wereld kijkt, komt daarin momenteel geen enkel west-Europees of Noord-Amerikaans land tegen.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.